Iedereen heeft ongelijk! En dat is goed nieuws.
- Stefan Paridaen
- 28 okt
- 2 minuten om te lezen

We leven in een tijd waarin het lijkt alsof iedereen gelijk wil hebben. We discussiëren om te winnen, niet om te begrijpen. We luisteren niet om te leren, maar om te antwoorden. Maar precies daar, in dat dunne spanningsveld tussen twee overtuigingen, ontstaat iets wat we denken noemen.
We zijn verslaafd aan gelijk. Elk bewijs dat onze overtuiging bevestigt voelt als een kleine beloning. Dat heet de confirmation bias: de neiging om vooral te zien wat ons eigen verhaal ondersteunt, en te negeren wat het tegenspreekt. We filteren de werkelijkheid zodat ze ons niet te veel uit evenwicht brengt. En daardoor lopen we vaak vast in onze eigen echo.
Iedereen heeft ongelijk, en dat is goed nieuws. Want als niemand ongelijk zou hebben, zou niemand nog iets hoeven te leren. De mens is geen rationeel wezen, maar een redenerend wezen. We verzinnen verklaringen, bouwen verhalen, vullen gaten in de werkelijkheid met aannames die comfortabel voelen. Onze hersenen zijn niet gebouwd om de waarheid te vinden, maar om te overleven in een onzekere wereld. En in die wereld is een meningsverschil geen bedreiging, maar een teken van leven.
Cognitieve diversiteit is de zuurstof van vooruitgang. Wanneer mensen met verschillende achtergronden, overtuigingen en denkpatronen samenkomen, ontstaat er frictie. En waar frictie is, ontstaat warmte. Een groep die te homogeen denkt, ziet enkel zichzelf gereflecteerd. Iedereen bevestigt iedereen, en daardoor wordt niemand nog uitgedaagd. Dat noemen we collectieve blindheid. Iedereen kijkt in dezelfde richting, en daardoor ziet niemand meer wat er achter hen gebeurt.
Kahneman zei ooit dat we blind zijn voor onze blindheid. En precies daarom hebben we elkaar nodig. Niet om elkaar gelijk te geven, maar om elkaar te corrigeren. Elk perspectief is een deel van een groter geheel, en pas wanneer die delen schuren, zien we waar de randen zitten van ons eigen denken.
In mijn werk als mentalist zie ik dat voortdurend gebeuren. Mensen geloven dat ik gedachten lees, maar wat ik eigenlijk toon is hoe verschillend mensen denken. Hoe twee mensen met dezelfde informatie tot tegengestelde conclusies kunnen komen. Dat is geen fout in het systeem, dat is het systeem. Onze hersenen filteren, interpreteren en vervormen de werkelijkheid voortdurend, zodat ze past in ons verhaal. En precies dat maakt ons mens.
Wanneer twee mensen het oneens zijn, botsen hun wereldbeelden, maar iets diepers gebeurt tegelijk. Hun hersenen beginnen opnieuw te bewegen. Meningsverschil is geen breuklijn, maar een teken van cognitieve vitaliteit. Het betekent dat er nog zuurstof in het denken zit, dat er nog ruimte is om te twijfelen, te onderzoeken, te herzien.
De volgende keer dat iemand het oneens met je is, glimlach dan. Je bent getuige van iets zeldzaams in onze tijd: iemand die denkt. Niet iemand die je moet overtuigen, maar iemand
die je kan verrijken. Als je dat verschil niet probeert te wissen maar te begrijpen, ontstaat er iets wat geen enkel algoritme kan voorspellen: inzicht.
Misschien is dat wel de ware definitie van vooruitgang. Niet dat we het allemaal eens worden, maar dat we leren samenleven met het feit dat we allemaal een beetje ongelijk hebben.



Opmerkingen