top of page

Wie ik denk dat jij denkt dat ik ben

  • Foto van schrijver: Stefan Paridaen
    Stefan Paridaen
  • 3 nov
  • 2 minuten om te lezen
ree

The borrowed gaze

“We develop our personalities by imagining ourselves through others’ eyes, using their borrowed gazes like mirrors to dress ourselves.”— Gurwinder Bhogal

We zijn allemaal spiegels van elkaar. Elk van ons vormt zijn identiteit in reactie op de blikken van anderen. Niet alleen op wat ze echt denken, maar vooral op wat we dénken dat ze denken. We leren spreken, bewegen, glimlachen en zwijgen door te raden hoe dat overkomt. Wie we zijn is dus geen ontdekking, maar een constructie, een zorgvuldig samengestelde collage van verwachtingen, complimenten, afwijzingen en projecties.

Die gedachte is niet nieuw. De socioloog Charles Horton Cooley schreef al in 1902:

“I am not what I think I am, and I am not what you think I am.I am what I think you think I am.”

Dat is het mechanisme van het looking-glass self: we proberen te zijn wie we denken dat anderen denken dat we zijn. We bouwen onszelf op uit vermoedens over hoe we gezien worden. En zo gebruiken we de blikken van anderen als geleende spiegels om onszelf mee aan te kleden. Net als bij kleding doen we dat zelden voor comfort, maar voor applaus. (waar zou je wonen, welke auto zou je hebben en welke kleren zou je aanhebben moest je alleen op de wereld zijn) We passen ons aan aan het beeld waarvan we vermoeden dat het werkt. Zo ontstaan persona’s, profielen en uiteindelijk persoonlijkheden die meer reflectie zijn dan werkelijkheid.


Maar er bestaat ook een tegenovergestelde waarheid, die als een zachte klap volgt op die eerste.

“We’d worry less about what others think of us, if we realized how seldom they do.”— Olin Miller

Waar Bhogal en Cooley ons confronteren met hoe afhankelijk we zijn van de blik van de ander, ontmaskert Miller de illusie dat die blik voortdurend op ons gericht is. Terwijl we onszelf eindeloos proberen te vormen naar wat anderen zouden kunnen denken, blijkt dat de meeste mensen te druk bezig zijn met precies hetzelfde.

Iedereen is bezig met zichzelf te zien door de ogen van de ander.


Die drie citaten vormen samen een paradoxale waarheid over menselijk gedrag. We ontwikkelen onszelf in functie van de blik van anderen, maar die blik bestaat vooral in ons hoofd. De sociale spiegel waarin we onszelf zien, is vaak leeg. Het is een raam.

Toch blijven we ervoor poseren.

Misschien is dat wat groei uiteindelijk betekent: beseffen dat authenticiteit niet het tegenovergestelde is van aanpassen, maar van overcompenseren.


We hoeven niet te breken met de wereld om onszelf te worden, alleen te beseffen dat de wereld minder met ons bezig is dan we denken.

De bevrijding ligt niet in gezien worden, maar in ophouden met spelen voor een publiek dat niet kijkt. En precies dan, in dat ongeobserveerde moment, verschijnt wie we werkelijk zijn.

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page